Proef Limburg

Limburgse vlaai

De Limburgse vlaai heeft sinds 22 januari het BGA-label. Dat betekent dat onze vlaai vanaf nu beschermd wordt tegen namaak. Alleen bakkers uit Nederlands en Belgisch Limburg mogen nog vlaai onder de naam ‘Limburgse vlaai’ verkopen. En ook deze vlaaien moeten nog aan een aantal eisen voldoen. Zo moet een stukje vlaai uit de hand te eten zijn, mag er naderhand geen slagroom worden toegevoegd en mag de vlaai nooit worden ingevroren na het bakken.

Eten maar!

Zo, genoeg theorie. Laten we eerlijk zijn, eigenlijk zou je nu liever gewoon een stukje vlaai eten, of niet? Misschien heb je zelfs nog nooit Limburgse vlaai gegeten? Dan wordt het hoog tijd om daar verandering in te brengen! Voor een écht stukje Limburgse vlaai ga je dus naar de bakker, Bakkerij Verdeuzeldonk of Bakkerij Heerschap bijvoorbeeld. Met een beetje geluk komt je vlaai net uit de oven en is hij nog lekker warm.

Kersenvlaai op een bordje

Ga langs bij het museum

Nu weet je waar je moet zijn voor een lekker stukje vlaai. Maar vind je het ook leuk om meer te leren over het verleden van de bakkersambacht? Dan kan je het beste even langs gaan bij de BELEEF-Bakkerij Gerards. Bakker Ard laat graag vol passie de ambacht aan je zien. En ook hier kan je natuurlijk nog een lekker stukje vlaai eten!

Dus snel naar Limburg, want je proeft het pas als je er bent!

Een groep met mensen staat voor de bakkerij van Gerards.